Werken wordt vaak genoemd als oplossing om uit de armoede te komen. Anderzijds wordt er vaak gezegd dat werken niet loont, dat je dan in de armoedeval terecht komt en slechter af bent dan in de bijstand. Recent ging er zelfs een post rond op LinkedIn waarin uitgerekend werd dat iemand met een bovenmodaal inkomen veel slechter af was dan iemand met een bijstandsuitkering. Gelukkig zagen veel mensen dat die berekening van geen kanten klopte.
Hoe zit het nu echt?
In 2022 heb ik in samenwerking met de gemeente Groningen een pilot gedaan waarbij we 10 deelnemers die vanuit de bijstand aan het werk gingen een kort financiële coaching traject hebben aangeboden. Ik ging met elke deelnemer individueel in gesprek en bracht hun huidige situatie in kaart en daarnaast de (mogelijke) nieuwe situatie. Bij sommige deelnemers was alles al duidelijk, andere deelnemers wisten nog niet precies wat het nieuwe inkomen werd en werkte we met scenario’s. In deze scenario’s werd duidelijk wat de financiële gevolgen zijn van werken. Op het inkomen én op de toeslagen en tegemoetkomingen. Waar van toepassing werd ook de inkomensafhankelijke combinatiekorting berekend. Afhankelijk van de situatie werden daarnaast de volgende acties uitgevoerd:
- Inventariseren regelingen en tegemoetkomingen waar de deelnemer recht op heeft
- Waar nodig gegevens ten behoeve van de Toeslagen aanpassen
- Controle of de kinderopvangtoeslag voldoet aan de regels
In alle situaties was er ook sprake van bredere financiële coaching. Er werd een jaarbegroting gemaakt om inzicht te krijgen in alle inkomsten en uitgaven. Hoe krijg en houd je grip op je geld? Hoe richt je het praktisch in enz. Hierbij werd gekeken wat de deelnemer nodig had.
CONCLUSIE
Elke situatie was anders maar er is wel een rode draad. Het financiële systeem in Nederland is complex, een fout is snel gemaakt en kan grote gevolgen hebben. Alle deelnemers hadden onvoldoende inzicht in de financiële gevolgen van aan het werk gaan én hadden daar zorgen over. Ze hadden bepaalde overtuigingen over de financiële gevolgen van aan het werk gaan. Opvallend is dat ze dit soms ook van professionals horen.
Genoemde overtuigingen waren:
- Dan heb je geen recht meer op toeslagen.
- Dan moet ik alle toeslagen terugbetalen.
- Dan kom je in de armoedeval (er financieel niet op vooruit gaan of zelfs op achteruit gaan).
- Dan betaal ik meer aan de kinderopvang dan ik verdien.
- Als ik meer werk ga ik er op achteruit.
Toeslagen
De meeste deelnemers dachten dat ze geen recht meer hadden op toeslagen of zelfs toeslagen moesten gaan terug betalen wanneer ze aan het werk gingen. Dit was in geen enkel geval van toepassing.
Armoedeval
De armoedeval is een andere angst die leeft. In de meeste gevallen is deze angst ongegrond en gaan de deelnemers er financieel flink op vooruit, € 400 -€ 500,- per maand was een bedrag dat regelmatig voor kwam. In een enkel geval is er wel sprake van slechts een kleine vooruitgang of zelfs mogelijke achteruitgang. Dit ging dan om een stel waarbij 1 persoon ging werken, daarnaast was er sprake van schuldenproblematiek.
Kinderopvang
De kinderopvangtoeslag zorgt er voor dat de kosten voor de kinderopvang beperkt blijven. In geen enkel geval was er sprake van hogere kosten aan kinderopvang dan de verdiensten van werk. Wel kwam meerdere keren voor dat de zaken niet goed geregeld waren. Als deze situatie voort geduurd hadden waren hieruit schulden ontstaan.
Meer werken
Meer werken zorgt voor meer netto besteedbaar inkomen. Al kan het wel zijn dat de toeslagen lager worden. Het hogere loon compenseerde in alle gevallen de daling van de toeslagen.
De meeste overtuigingen blijken dus feitelijk niet waar.
Opvallend was dat bij geen enkele deelnemer de inkomensafhankelijke combinatiekorting bekend was. Deze zorgt wel voor een hoger besteedbaar inkomen voor mensen met kinderen onder de 12 jaar. Wel moet ook deze op de juiste manier aangevraagd worden omdat het anders kan leiden tot schulden.
De deelnemers hebben zich niet laten tegenhouden door deze overtuigingen en zorgen, maar ik verwacht dat er ook een groep is die hierdoor niet in actie komt. Een deelnemer bevestigde deze aanname. Ze gaf aan dat in haar omgeving veel mensen haar voor gek verklaarde dat ze aan het werk ging want dan was ze slechter af en had ze geen recht meer op toeslagen. Ze was zelf ook verbaasd dat dit niet het geval bleek.
Geen financieel inzicht
Het andere wat opviel is dat slechts een enkele deelnemer goed inzicht had in de financiën. De meeste deelnemers hadden behoefte en noodzaak aan uitgebreidere financiële coaching of training.
Oordeel deelnemers
Alle deelnemers waren blij met de geboden hulp. Het heeft ze voornamelijk nieuwe inzichten opgeleverd en meer rust gegeven.
Kortom; geloof niet zomaar wat er gezegd wordt. Maak de berekening per individueel geval, bij voorkeur door een professional. Heb daarbij oog voor de overtuigingen die er leven.
Recente reacties